Jacco Bezuijen (47) heeft als politieagent meer ellende gezien dan goed voor hem is. Een jaar geleden werd bij de Barendrechter posttraumatische stressstoornis (PTSS) geconstateerd. Hij schreef er een boek over: "Hoe mijn jongensdroom een nachtmerrie werd".
Op de cover prijkt een foto van de kleine Jacco, verkleed als sheriff. Zijn oogjes twinkelen. 'Ik keek enorm op tegen de plaatselijke koddebeier in mijn geboortedorp Ter Aar. Ik wilde ook boeven vangen.' Wanneer de volwassen Bezuijen bij de verkeerspolitie terechtkomt, ontdekt hij de minder romantische kant van het vak.
'Mijn werk bestond voornamelijk uit het opnemen van aanrijdingen met letsel en dodelijke afloop. Soms stond ik twee keer in de week bij een verkeersdode. Tijd om alles te verwerken was er niet. Sterker nog, ik begon het normaal te vinden.'
Bromfietser onder tram
Het eerste incident wat zich in zijn hoofd nestelt, is dat van een bromfietser die door een tram was overreden. De man was onthoofd door de wielen en Bezuijen moest assisteren bij de berging. 'Ik had zelf nog niet zo lang geleden een aanrijding gehad met een tram en bedacht me dat dit mij ook had kunnen overkomen. Ineens besef je: dit is iemands man, vader, broer en kind.'
Nog dichterbij komt het als Bezuijen in de zakken van een dodelijk verkeersslachtoffer - de zoveelste dat jaar - op zoek moet naar identiteitspapieren. 'Mijn collega's hadden me zijn levensverhaal verteld. De jongen bleek even oud te zijn als mijn zoon.'
'Ik voelde 'm weer'
Pas 3 jaar later krijgt Bezuijen last van wat hij toen gezien had. Keer op keer beleeft hij de aanrijding opnieuw. 'Ik voelde hem weer in mijn handen, rook de stank van de benzine die uit zijn scooter lekte.'
In plaats van erover te praten, hangt Bezuijen de clown uit; hij probeert zichzelf met zwarte humor op de been te houden. Op zijn werk heeft niemand iets in de gaten, maar thuis prikt zijn vrouw Sandra door zijn toneelspel heen en stuurt hem naar de huisarts. Daar stort hij volledig in.
Getraumatiseerd
PTSS, luidt de diagnose. Ongeveer 4000 van de ruim 60.000 agenten staan geregistreerd als patiënt, maar landelijk korpschef Gerard Bouman denkt dat het werkelijke aantal vele malen hoger ligt. Bezuijen is zó getraumatiseerd dat hij volgens zijn psycholoog nooit meer als agent de straat op kan, zo kreeg hij enkele weken geleden te horen.
'In het begin kwam het voor dat ik met een kop koffie aan tafel zat en 2 uur later bij mijn positieven kwam. Dan was mijn koffie koud en had ik weer allemaal ongelukken herbeleefd. Ik heb nog steeds last van angstaanvallen. Naar een verjaardag ga ik liever niet. Het liefst sluit ik mezelf thuis op, lekker veilig. Vlak bij ons huis zit een ambulancepost, zelfs in mijn eigen omgeving heb ik nog last van prikkels. Het enige positieve is dat mijn gezin veel hechter is geworden. Ik realiseer me nu dat mijn gezin zo veel belangrijker is dan mijn werk.'
'Machocultuur bij politie'
Hij hoopt dat zijn boek zorgt voor meer begrip, zodat het voor collega's die iets soortgelijks doormaken makkelijker wordt om hulp te zoeken. 'Bij de politie heerst een machocultuur. Een agent moet overal maar tegen kunnen, dat vond ik ook. Als ik van één ding spijt heb, dan is het dat ik niet eerder eerlijk ben geweest. Nu is mijn jongensdroom over.'
Het boek van Jacco Bezuijen is te koop op Bol.com.