Ik had een tijdje ergens anders gewerkt, maar was nu weer teruggekeerd naar mijn werkplek waar ik ooit begonnen was. Ik ging het ‘gewone’ politiewerk doen in een team midden in een middelgrote stad.
Het werkgebied van dit team is ongeveer anderhalve kilometer in het vierkant. Veel van de tijd ‘blauw op straat’ werd ingevuld met het te voet surveilleren in de binnenstad.
Een surveillance met de fiets was ook een optie. Voor mij was dat een probleem. De beschikbare dienstfietsen waren aangeschaft voor een ‘normaal’ formaat politieagent. Op een dergelijke fiets kwamen mijn knieën hoog boven het stuur uit. Daarom mocht ik van mijn teamchef bij een plaatselijke fietsenmaker een voor mij geschikte fiets bestellen. Ik gaf de eer aan de fietsenmaker die binnen het werkgebied van het politieteam zat.
Na een paar weken kon ik de fiets bij de fietsenmaker ophalen. Een mooi exemplaar, een paar versnellingen en verder weinig tierelantijntjes. De fietsenmaker vertelde mij erbij dat ik na een paar weken de fiets voor een servicebeurt moest terug brengen.
De fiets deed het goed. Hij was wendbaar, solide en ik kon er tijdens de surveillances goed mee uit de voeten.
Op een ochtend bracht ik de fiets voor de servicebeurt naar de fietsenmaker. Tegen het eind van de middag zou de fiets klaar zijn.
’s Middags was ik met mijn collega Mirjam in uniform op voetsurveillance in de binnenstad. Aan het einde van de surveillance vertelde ik Mirjam dat ik de dienstfiets kon ophalen. Samen gingen we naar de fietsenmaker. Nadat ik de fiets terug had gekregen, vroeg Mirjam af hoe wij terug naar het politiebureau moesten.
Ik stelde haar voor dat zij achterop zou gaan zitten en dat ik via de kortste weg, dwars over de winkelstraat (waar je niet mag fietsen!!!) naar het bureau zou gaan. Mirjam vond dat we dat niet konden maken. Wat zouden al die mensen wel denken wanneer wij daar met z’n tweeën in uniform door de winkelstraat zouden fietsen. Ik zwichtte voor haar argumenten. Ok, ik fiets dan wel, over het fietspad.
Mirjam nam plaats op de bagagedrager. We waren net een paar honderd meter op weg toen ik enkele meiden passeerde. Die meiden stonden aan de linkerkant van het fietspad met elkaar te kletsen. Een van de meiden hield een fiets vast welke iets schuin naar het midden van het fietspad stond.
Op het moment dat ik de meiden passeerde voelde ik het dat trappen ineens een stuk lichter werd, waarbij ik ook een kreet van pijn hoorde slaken. Ik keek om en zag Mirjam met een roodaanlopend hoofd midden op het fietspad zitten.
Het bleek dat Mirjam nooit die meiden op het fietspad had gezien . Ze kon nl. niet door mijn brede rug kijken. Om haar evenwicht goed te bewaren zat zij op de bagagedrager met haar benen gestrekt voor haar uit gestoken. Op het moment dat ik de meiden passeerde, bleef Mirjam met haar benen achter de fiets haken die schuin naar het midden van het fietspad stond. Ze schoof van de bagagedrager en belandde met haar achterwerk op het fietspad.
Op mijn bezorgde vraag of zij zich bezeerd had gaf Mirjam een ontkennend antwoord. Ik vertelde haar dat er wel schade was. Mirjam vroeg haar af wat er dan stuk was. Ik zei tegen haar dat er een hele deuk in het fietspad was gekomen. De rest van de weg was Mirjam niet al te vriendelijk tegen mij.
Het zal niet langer dan twee weken later geweest zijn dat ik tijdens een voetsurveillance in uniform samen met een collega door de winkelstraat liep. Ik kwam een bekende tegen die ik een paar jaar niet gezien had. Na een tijdje met elkaar gekletst te hebben wilden wij beiden onze weg weer vervolgen.
Onder het afscheid nemen deed ik een stap achteruit. Net op dat moment liep er een dame van ongeveer 75 jaar met haar fiets aan de hand heel dicht achter mij langs. Ik kwam met mijn linkerbeen tegen het achterwiel van de fiets. Ik verloor onmiddellijk mijn evenwicht en kwam languit op mijn rug op het plaveisel van de winkelstraat te liggen. Winkelend publiek schoot mij direct te hulp. Ik werd overeind geholpen door een toevallig passerende kennis. Grote hilariteit alom.
De oudere dame was gelukkig behalve enige schrik en/of schik niets overkomen. Ik kon mij in ieder geval heel goed voorstellen wat voor een gevoel Mirjam had toen zij met haar billen op het fietspad terecht kwam.
Een bijdrage van collega Wim Koekkoek, waarvoor de hartelijke dank.