Een overvaller zagĀ een door hem beraamde overval mislukken. De jongeman legde rond 13.30 uur een briefje op de toonbank waarin stond dat hij gewapend was en dat het personeel met geld over de brug moest komen.
De medewerkster die het briefje las, schoot daarop in de lach en vroeg de knaap of hij soms een grapje maakte. Daarop verscheurde ze de dreigbrief. De overvaller koos daarop eieren voor zijn geld en vertrok.