Bundeling ongevalscijfers van diverse instanties belangrijk!
Als je in je ochtendkrant een artikel ziet met de titel "Wegvallen van informatie kost mensenlevens, Geen politie meer bij blikschade" (Trouw, 22-06-09) dan heb je als diender haast automatisch de vraag: 'Hoe kan dat nou'?
Je vraagt je of of al het werk dat je dagelijks doet op straat tijdens surveillance en achter je PC wel op de goede plek terechtkomt. En je denkt ook bijna zeker te weten dat al heel veel van dat werk ook door anderen is of wordt gedaan. Is het vastleggen van gegevens over een verkeersongeval dan overbodig?
Dit artikel probeert enkele veelvoorkomende vragen hierover te beantwoorden. Deze bijdrage voor Verkeersknooppunt geeft een beeld van de wereld van de verkeersongevallenregistratie. Het geeft aan waarom ongevallen in het verkeer worden vastgelegd, hoe dat in zijn werk gaat en wat er uiteindelijk mee wordt gedaan, terwijl ook de toekomstige ontwikkelingen kort aan bod komen.
Uiteindelijk probeert dit artikel de noodzaak van het vastleggen van verkeersongevallen duidelijk te maken.
De cijfers op een rij
Eerst even wat getallen om een idee te krijgen van de omvang van de verkeersongevallen. Jaarlijks zijn er zo'n 1,3 miljoen verkeersongevallen. Er vallen per jaar zo'n 750 verkeersdoden te betreuren en we weten dat er zo'n 18.000 mensen gedurende langere tijd in een ziekenhuis worden verpleegd (cijfers 2008).
Daarnaast zijn er nog eens zo'n 130.000 mensen die naar een EHBO-post moeten om behandeld te worden aan letsel als gevolg van een verkeersongeval. De rest — en dat zijn er ruim 1 miljoen - zijn blikschade-ongevallen waarbij alleen voertuigen in min of meer ernstige mate beschadigd raakten.
Kostenpost van 12 miljard
Alles bij elkaar praten we over een jaarlijkse maatschappelijke kostenpost van ruim € 12 miljard. (SWOV, 2003). Dat is ruim 2,5% van het bruto nationaal product. Ter vergelijking; de kosten van onze files werden in 2006 geschat op zo'n € 3 miljard en het beheer en onderhoud van alle rijks(vaar)wegen met alles wat daarbij hoord kostte in 2008 bijna € 1,5 miljard.
Wat doen `ze' met die cijfers?
Feitelijk zijn er drie soorten gebruikers van cijfers over verkeersongevallen:
- De wegbeheerders:
rijk, provincie, gemeente en waterschap voor aanteg, beheer en onderhoud ten bate van een veilige infrastructuur - De beleidsmakers:
nationaal, regionaal of lokaal; om to werken aan nieuwe regelgeving of maatregelen die de verkeersveiligheid moeten verbeteren - De onderzoekers:
willen vooral veel details hebben ten bate van research en analyse
De wegbeheerders
Voor alle wegbeheerders is het van groot van belang te weten Waar welk soort ongevallen voorkomt. Door die informatie weer te geven op een (detail)kaart komen zogenaamde 'black spots' in beeld. Zo'n black spot is een punt ergens op een weg of kruispunt waar het aantal ongevallen — eventueel in combinatie met de ernst ervan — hoog is en er dus actie nodig is.
Acties zijn dan reactief, er is immers al een flink aantal ongevallen gebeurd, maar ook wel preventief van aard. Denk dan aan het ombouwen van een kruispunt naar een rotonde, het weghalen van een lichtmast of een bord of zaken als het aanpassen van de belijning of de complete layout van de weg ter plaatse.
Met de cijfers omtrent ongevallen op die `aangepakte black spot' kunnen dan de ontwikkelingen worden gevolgd en blijkt later of de oplossing heeft gewerkt (of niet). Met behulp van de applicatie BLIK (Blackspots In Kaart) die via www.dataportal.nl kan warden benaderd, is snel en eenvoudig na te gaan hoe de situatie zich binnen een gemeente, provincie of zelfs in heel Nederland ontwikkelt.
De beleidsmakers
Op alle overheidsniveaus moet een goed verkeersveiligheidsbeleid zijn. Regelgeving zoals snelheidslimieten, gordelplicht of richting aangeven op rotondes zijn voorbeelden. Bij regelgeving is het altijd zo dat deze regels ook gehandhaafd moeten worden en daar komt dus ook de rol van de politie als handhaver aan bod.
Het beleid is vooral geinteresseerd in zaken als het aantal verkeersslachtoffers ten opzichte van de bevolkingsomvang, de weglengte of het aantal voertuigkilometers dat is verreden. Voor hen verschijnt zo bijvoorbeeld jaarlijks de brochure "Kerncijfers verkeersveiligheid" van Rijkswaterstaat.
"We kunnen niet zonder elkaars kennis, kunde en ervaring: Verkeersveiligheid... een gedeelde verantwoordelijkheid!"
De onderzoekers
Terwijl voor wegbeheerders en beleidmakers de grafiekjes en kaarten meestal al voldoende zijn, moet er nog veel worden uitgezocht voordat nieuwe regelgeving tot stand kan komen of wegen kunnen worden aangepakt. Dit is het werk van de onderzoeker, die graag heel veel detailinformatie tot zijn beschikking heeft. Denk daarbij aan de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat, de SWOV en TNO.
Rol van Politie
De politie is niet alleen een bron van gegevens over verkeersongevallen maar ook een van de vele gebruikers van de bestanden van Rijkswaterstaat. In hun gesprekken met de wegbeheerder, de korpsbeheerder of voor korpsdoelstellingen is die verrijkte data onmisbaar.
De rol van de politie in dit alles is zoals van oudsher het vastleggen van verkeersongevallen die vervolgens aan Rijkswaterstaat worden gestuurd. Daar worden de gegevens verwerkt en aan het Nationaal Wegenbestand (NWB) gekoppeld.
De regiokorpsen krijgen periodiek kwaliteitsrapportages waaruit zij hun "performance" kunnen afleiden zodat de kwaliteit van de registratie op een zo hoog mogelijk peil kan blijven.
Belangrijke registratie
Zoals duidelijk is uit de korte uitleg hiervoor, staat of valt verkeersveiligheid met een betrouwbare objectieve en duidelijke vastlegging van wat er bij een ongeval is gebeurd. Kennis, kunde en ervaring van de politie zijn daarbij onmisbaar.
Ter plekke van een verkeersongeval is het noteren van zaken als plaats, voertuigtypen, soort ongeval, soort letsel, personalia betrokkenen, voertuiggegevens en toedracht van groot belang voor de drie gebruikersgroepen.
In de loop der jaren zijn diverse initiatieven gestart om de kwaliteit van de verkeersongevalregistratie te verbeteren. Helaas is dat niet altijd goed gelukt en daarom is in 2005 gestart met een nieuwe aanpak.
Vanuit het idee: "Eenmaal vastgelegd, meervoudig gebruikt" is het KREVIN-project gestart, waarbij het de bedoeling is uiteindelijk zoveel mogelijk verschillende bronbestanden van verschillende instanties, voorlopig eenmaal per jaar aan elkaar te koppelen en daarmee een zo compleet mogelijk beeld van de verkeersveiligheidssituatie op te bouwen.
Door middel van het KREVIN-project kunnen aanleverende instanties zoals politie, ambulance, brandweer en de wegbeheerders samen over elkaars gegevens beschikken.
Randvoorwaarden
Alle bronnen moeten dan dus wel toegankelijk en beschikbaar zijn. Politie, ambulance en brandweer doen hierin al mee, terwijl ook naar andere (niet overheid) partijen wordt gekeken.
Rijkswaterstaat en het Ministerie Verkeer en Waterstaat stellen onder andere het Nationaal Wegenbestand, de Nationale Databank Wegverkeersgegevens en ook Wegkenmerken voor koppeling beschikbaar.
Ook het Verbond van Verzekeraars heeft op de honderdduizenden Europees Schadeformulieren (ESF) in principe heel veel informatie. Helaas worden deze formulieren nog niet centraal en uniform digitaal verwerkt in een database, zodat het maken van een koppelbestand niet mogelijk is.
Hoewel enkele interessante initiatieven worden ontplooid, is er vooralsnog geen sprake van een "verkeersverzekeraars bestand verkeersongevallen" dat in KREVIN als bron kan worden meegenomen.
En tot slot moeten alle deelnemende instanties afspraken maken over hoe om te gaan met persoonsgebonden gegevens, zoals het kenteken of rijbewijsinformatie. Het College Bescherming Persoonsgegevens ziet dan ook toe op het opstellen van een goed privacyreglement.
Toekomstperspectief
Over enkele jaren zal de situatie zo zijn dat van allerlei bronnen — zowel publieke als particulier — gegevens op een veilige manier met elkaar worden gekoppeld tot een bestand met heel veel variabelen over een enkel ongeval. Dit eindbestand is daarbij uiteraard beschikbaar voor alle gebruikers.
Invoer van de benodigde informatie op de plaats van het ongeval gaat met Intelligente FDA's met voorzieningen voor snelle controle van gegevens (kentekens, rijbewijs, enz.) en datatransmissie. Alle data wordt digitaal aangeleverd en verwerkt en komt zo mogelijk en wenselijk meteen voor verder gebruik beschikbaar.
Zo kan de politieagent meteen zien of:
• de auto al eerder betrokken was bij een ongeval;
• de auto als gestolen staat geregistreerd;
• het rijbewijs wel geldig is
• de persoon nog bekeuringen heeft openstaan
• op die plek al eerder ongevallen van een bepaald type voorkwamen
• enz.
Bron: Peter Mak
Adviseur Veiligheid / Implementatie KREVIN
Ministerie Verkeer en Waterstaat
Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart afdeling Veiligheid