Het staat best wel leuk, geblindeerde of getinte ruiten, maar wat mag nu wel en wat mag niet?
Wetgeving
In de regeling voertuigen staan onder andere de permanente eisen. Voor wat betreft ruiten zegt deze regeling::
Artikel 5.2.42
1: De voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten van personenauto’s mogen geen beschadigingen of verkleuringen vertonen. Ten aanzien van de voorruit is het bepaalde in bijlage VIII, artikelen 91 tot en met 95 van toepassing.
Bijlage VIII
Artikel 91
Voorruiten van personenauto’s, bedrijfsauto’s of bussen met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg en driewielige motorrijtuigen mogen in de artikel 92 aangegeven vlakken niet meer beschadigd of verkleurd zijn dan zoals bepaald in de artikelen 93 en 94.
Artikel 92
1. De voorruit wordt verdeeld in de volgende drie denkbeeldige vlakken, zoals weergegeven in figuur 18:
a.het vlak voor het directe gezichtsveld van de bestuurder: dit is het gedeelte van de voorruit dat zich voor de bestuurderszitplaats bevindt, ter grootte van een op de voorruit te projecteren vlak met een horizontale zijde van 0,30 m en een verticale zijde van 0,20 m;
b.het vlak voor het indirecte gezichtsveld van de bestuurder, hetgeen als volgt wordt gevormd: het directe gezichtsveld wordt ten opzichte van het midden van de voorruit gespiegeld naar het rechter voorruitgedeelte. Het hierdoor gevonden vlak en de tussenruimte naar het directe gezichtsveld vormt het indirecte gezichtsveld;
c.het randvlak: dit is het nog resterende deel van de voorruit.
2.Het middelpunt van het in het eerste lid, onderdeel a, geprojecteerde vlak moet samenvallen met het snijpunt van:
a.de verticale lijn, denkbeeldig getrokken op de voorruit, vanuit de zitpositie van de bestuurder, door het hart van het stuur, en
b.de door het middelpunt van het ruitewisserblad beschreven baan op de voorruit of bij een centrale ruitewisser de horizontale raaklijn aan de vermelde beschreven baan, zoals weergegeven in figuur 19.
Figuur 18. Voorruit.
Figuur 19. Centrale wisser.
Artikel 93
1. In het vlak voor het directe gezichtsveld mogen, in afwijking van artikel 94, de volgende beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn:
a. enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte;
b. oppervlakkige krassen waarvan de breedte niet meer dan 5 mm bedraagt;
c. beschadigingen of verkleuringen waarvan de afmetingen zodanig zijn, dat een denkbeeldig getrokken cirkel om de gehele beschadiging of verkleuring heen een diameter heeft van niet meer dan 20 mm.
2. In het vlak voor het indirecte gezichtsveld mogen, in afwijking van artikel 94, de volgende beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn:
a. enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte;
b. oppervlakkige krassen waarvan de breedte niet meer dan 5 mm bedraagt;
c. beschadigingen of verkleuringen waarvan de afmetingen zodanig zijn, dat een denkbeeldig getrokken cirkel om de gehele beschadiging of verkleuring heen een diameter heeft van niet meer dan 50 mm.
3. Onder enkelvoudige scheuren als bedoeld in het eerste en tweede lid, onderdeel a, worden scheuren verstaan die in de gezichtsvelden geen vertakkingen vertonen tussen begin- en eindpunt, zoals weergegeven in figuur 20.
4. In het randvlak mogen beschadigingen of verkleuringen aanwezig zijn.
5.Indien een beschadiging of verkleuring doorloopt in de verschillende te beoordelen vlakken van de ruit, dan moet alleen dat deel van de beschadiging of verkleuring in ogenschouw worden genomen dat in het te beoordelen vlak aanwezig is.
Figuur 20. Toegestane scheuren.
Artikel 94
De voorruit mag meerdere luchtbellen, beschadigingen of verkleuringen vertonen die ten aanzien van de afmetingen ieder afzonderlijk voldoen aan artikel 93, mits het uitzicht van de bestuurder daardoor niet wordt belemmerd.
Artikel 95De in deze paragraaf gestelde eisen worden getoetst:
a. door middel van visuele controle;
b. door in geval van twijfel te meten met een meetmiddel van voldoende bereik.
Artikel 5.2.42
2: De voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten van personenauto’s mogen niet zijn voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren.
3: De lichtdoorlatendheid van de voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten mag niet minder dan 55% bedragen.
De Tintman
Om te controleren of de lichtdoorlatendheid van de voorruit en/of zijruiten minder is dan 55%, heeft de politie een meetmiddel, de Tintman.
De tintman is een lichtdoorlatendheidsmeter, waarmee de politie snel en betrekkelijk eenvoudig kan vaststellen of de lichtdoorlatendheid van autoruiten voldoende is. Als de politie ziet dat de voorruit of de voorste zijruiten van een auto zijn geblindeerd of kennelijk te weinig licht doorlaten, wordt de tintman ingezet om vast te stellen of de limiet van de lichtdoorlatendheid is overschreden. De lichtdoorlatendheid van de voorruit en van de voorste zijruiten minimaal 55%. De achterruit mag wel zijn voorzien van een folie of coating, mits het voertuig beschikt over een rechterbuitenspiegel.
Meetcellen
Aan twee zijden van de ruit wordt een meetcel bevestigd. De cellen zien elkaar door de ruit heen en meten daarbij hoeveel licht de ruit doorlaat. In de praktijk blijkt dat bijna alle autoruiten vanaf de fabriek aan al van een coating zijn voorzien waardoor de lichtdoorlatendheid al om en nabij de 75% bedraagt. Het is daarom niet verstandig om nog een folie aan te brengen, omdat de lichtdoorlatendheid hierdoor al snel minder dan de toegelaten 55% zal bedragen.
De tintman is een gecertificeerd meetmiddel en is specifiek bedoeld voor het meten van lichtdoorlatendheid.
Aangezien niet iedere politie-auto dergelijke apparatuur heeft, kan de personenauto dus ook uit het verkeer worden genomen ten behoeve van een technisch onderzoek om zo alsnog een objectieve waarneming te kunnen krijgen. Uw voertuig kan daartoe naar een politiebureau worden afgevoerd om daar het technisch onderzoek te laten plaatsvinden.
Rijksdienst voor het Wegverkeer-keuring
Bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer komen regelmatig vragen binnen over de APK-keuring van autoruiten. In hoeverre mogen autoruiten donker zijn gemaakt of zijn voorzien van folie bij een APK-keuring?
Tijdens de APK wordt de lichtdoorlatendheid niet getoetst.
De politie
Bij het constateren van een overtreding kan de bestuurder hiervoor bekeurd worden. Daarnaast is gebruikelijk dat er een zogenaamd WOK (wacht op keuren) wordt gekoppeld aan het kenteken. Praktisch betekent dit dat er niet meer met de auto gereden mag worden tot de auto is herkeurd door de RDW.