In 1993 vindt een grote reorganisatie plaats bij de politie. De rijkspolitie en gemeentepolitie verdwijnt en wordt vervangen door de regiopolitie. Nederland wordt ingedeeld in 25 regio's en elke regio krijgt een regiochef.
Iedere regio werkt helemaal zelfstandig en is zelf verantwoordelijk voor het goede beheer van de politie binnen die regio. Elke regio is weer verdeeld in districten met elk een eigen districtschef.
Naast de 25 regio's komt er nog een 26e regio, namelijk het KLPD (Korps Landelijke Politie Diensten) oftewel de oude Porschegroep. Deze houdt zich onder andere bezig met het toezicht op de autosnelwegen en is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de veiligheid van het Koninklijk Huis. Bij elkaar werken dan ongeveer 40.000 mensen bij de totale politie.
De dagelijkse leiding van een regio ligt bij de regiochef, het dagelijks bestuur wordt gevormd door alle Burgemeesters in die regio, de bestuurlijke baas is de Burgemeester van de grootste gemeente in die regio.
De taak van de politie staan beschreven in de Politiewet. Daarin staat dat de politie moet zorgen voor een veilige en leefbare samenleving en hulp moet verlenen aan mensen die deze nodig hebben. Dat wordt geregeld door de zogenaamde basispolitiezorg.