In de Middeleeuwen begon Nederland met het oprichten van een soort overheid, die zich bezig hield met de opsporing van strafbare feiten, het handhaven van de openbare orde en het verlenen van hulp. Toen was er al sprake van een tekort aan personeel.

Een enkele dienaar moest soms bij de grote steden zorgen voor de rust in de stad. De zogenaamde nachtwacht met de klepper liep zijn ronde en klepperde ieder uur om aan te geven hoe laat het was en om iedereen te laten weten, waar hij op dat moment liep. (Kon hem tenminste niets overkomen)

Het duurde nog tot Napoleon het in 1795 nodig vond om ons land binnen te vallen.Met zijn komst werd een echt begin gemaakt met het oprichten van een politiemacht met de naam Gendarmerie. Ook deze macht stelde eigenlijk niet veel voor, het was alleen maar bedoeld om te waken voor de macht vanNapoleon over Nederland.

Zorg voor de zekerheid van de burger zelf stond toen erg laag in hetvaandel. Na het vertrek van Napoleon uit Nederland besloot men om de politie echt op te richten. Maar omdat de oprichting aan de gemeenten werd overgelaten, kwam het voor dat de ene gemeente een schout aanstelde, terwijl de ander niet eens de moeite nam om iemand aan te wijzen als toezichthouder.Dit had natuurlijk alles te maken met de beschikbare financiën.

Groningen bijvoorbeeld had al wel politie, maar men besloot om deze maarweer gedeeltelijk op te heffen. Politie overdag was alleen maar franje en kostte veel te veel geld. Er bleef een post van 4 politiemensen en deze werdaangevuld met een korporaal en 24 manschappen voor de nachtdienst. Dezekregen een lantaarn, een piek en een ratel mee tijdens de nachtpatrouille.

Op het platteland was het nog erger. De gemeenten konden nog net geld vrij maken voor een veldwachter, meer zat er niet in. De kwaliteit van deze veldwachter liet vaak te wensen over. Na het vertrek van Napoleon werd zelfs niet geëist, dat de man kon lezen of schrijven. Het schrijven van een proces-verbaal was ook niet zo belangrijk, een groot lichaam in een uniform moest voldoende zijn om zoveel ontzag in te boezemen, dat mensen zich welaan de regels hielden.

Wel moest de veldwachter bij ordeverstoringen hardhandig kunnen optreden.En mocht de veldwachter het gevecht een keer verliezen had hij pech, was hetzijn eigen schuld en kreeg hij daar geen vergoeding voor.

Nee, de veldwachter van vroeger was vaak een oude man, die naast zijn werk als veldwachter ook vaak de schoolmeester, klokkenluider, koster en zanger in de kerk was.

Cookies

Wij gebruiken cookies om de website goed te laten werken en om volledig anoniem het gebruik van onze website te analyseren. Met uw toestemming plaatsen we ook cookies van derden. Door op "Accepteren" te klikken geeft u toestemming voor het plaatsen van deze derden cookies. Klikt u op "Weigeren", dan worden deze cookies niet geplaatst.